Markttoegang
Inhoud
Inleiding
In de Wet financiële markten BES (Wfm BES), die op 1 juli 2012 in werking is getreden, is bepaald voor welke activiteiten een vergunning is vereist, welke procedure moet worden gevolgd en aan welke eisen moeten worden voldaan. Hieronder wordt uitgelegd op welke wijze toelating van een geldtransactiekantoor is toegestaan en welke procedure voor toelating moet worden doorlopen.
Wat is een geldtransactiekantoor?
Op grond van artikel 1:1 Wfm BES kwalificeert degene die zich bezighoudt met het bedrijfsmatig uitvoeren van geldtransacties of het verrichten van werkzaamheden, gericht op de totstandkoming van zulke transacties als een geldtransactiekantoor.
Het verrichten van werkzaamheden, gericht op de totstandkoming van geldtransacties verwijst naar de volgende activiteiten:
- Het op eigen naam maar voor rekening en risico van derden verrichten van geldtransacties;
- Het op naam en voor rekening en risico van derden verrichten van geldtransacties;
- Het als gevolmachtigde voor derden aanbrengen van geldtransacties bij geldtransactiekantoren; en
- Het aanbrengen van derden bij geldtransactiekantoren.
Het bovenstaande houdt in dat tussenpersonen, intermediairs en agenten die voor een geldtransactiekantoor ten behoeve van of op verzoek van derden geldtransacties uitvoeren of overeenkomsten afsluiten, ook als dat niet hun hoofdactiviteit is, zelf eveneens als geldtransactiekantoor kwalificeren.
Wat is een geldtransactie?
In de Wfm BES (artikel 1:1 Wfm BES) worden geldtransacties als volgt gedefinieerd:
a) het wisselen van munten of bankbiljetten;
b) het uitbetalen van munten of bankbiljetten op vertoon van een creditcard of tegen inlevering van cheques of andere waardepapieren;
c) het in het kader van een geldelijke overmaking ter beschikking krijgen van gelden of geldswaarden teneinde deze al dan niet in dezelfde vorm aan een derde elders betaalbaar te stellen of te doen stellen, dan wel het betalen of betaalbaar stellen van gelden of geldswaarden die elders al dan niet in dezelfde vorm ter beschikking zijn gesteld, een en ander voor zover de geldelijke overmaking een op zichzelf staande dienst is;
d) het verrichten van andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen verwante activiteiten.
Vergunningplicht
Het in of vanuit Caribisch Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) aanbieden van financiële diensten of producten kan op de volgende drie manieren: via een zetel, via een bijkantoor of door middel van vrije dienstverrichting.
Via een zetel
Er is sprake van een zetel in Caribisch Nederland indien het geldtransactiekantoor haar hoofdvestiging op Bonaire, Sint Eustatius of Saba heeft. Dit blijkt veelal uit de statuten of reglementen van de onderneming.
Via een bijkantoor
Een geldtransactiekantoor kan uitsluitend door middel van een bijkantoor worden toegelaten in Caribisch Nederland, indien zij haar zetel heeft in Curaçao of Sint Maarten. De onderneming heeft dan vanuit Curaçao of Sint Maarten een duurzame aanwezigheid (bijkantoor) in Caribisch Nederland. Het bijkantoor heeft zelf geen rechtspersoonlijkheid. Bijkantoren zonder zetel in Curaçao of Sint Maarten worden vooralsnog niet toegelaten tot Caribisch Nederland.
Vrije dienstverrichting
Een geldtransactiekantoor met zetel in Curaçao of Sint Maarten kan voorts zonder een duurzame aanwezigheid op Caribisch Nederland financiële diensten of producten aanbieden in of vanuit Caribisch Nederland.
Het is verboden om zonder vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB) in of vanuit Bonaire, Sint Eustatius of Saba (Caribisch Nederland) het bedrijf van geldtransactiekantoor uit te oefenen. Deze vergunningplicht geldt voor eenieder die in of vanuit Caribisch Nederland het bedrijf van geldtransactiekantoor uitoefent.
Deze vergunningplicht geldt voor eenieder die in of vanuit Caribisch Nederland werkzaam is vanuit een zetel, een bijkantoor of door middel van dienstverrichting:
Zetel |
Bijkantoor |
Dienstverrichting |
|
Geldtransactiekantoor |
Vergunning |
Vergunning |
Vergunning |
Vergunningsvereisten zetel
Een geldtransactiekantoor moet op grond van de Wfm BES aan bepaalde eisen voldoen om haar bedrijf op Caribisch Nederland uit te mogen oefenen. DNB beoordeelt bij de behandeling van de vergunningaanvraag of aan deze eisen wordt voldaan.
De vergunningvereisten voor de uitoefening van het bedrijf van een geldtransactiekantoor zijn neergelegd in artikel 2:11 Wfm BES. Zij worden nader uitgewerkt in het Besluit financiële markten BES (Bfm BES).
Als belangrijkste vergunningvereisten noemen wij onder meer:
- Zetelvereiste: het geldtransactiekantoor moet haar zetel hebben i n Caribisch Nederland (artikel 3:1 Wfm BES);
- Betrouwbaarheid en geschiktheid (artikel 3:4 en 3:5 Wfm BES);
- Vierogenprincipe en plaats van werkzaamheden (artikel 3:6 Wfm BES);
- Integere en beheerste bedrijfsuitoefening (artikel 3:8 en 3:9 Wfm BES);
- Programma van werkzaamheden (artikel 2:3 of 2:4 Bfm BES);
- Financiële waarborgen (artikel 3:16 tot en met 3:18 Wfm BES)
- Doorzichtige zeggenschapsstructuur (artikel 3:10 Wfm BES).
Daarnaast dient de vergunningaanvraag een businessplan te omvatten waarin onder meer gedetailleerd de voorgenomen werkzaamheden, de type cliënten, het verdienmodel en de strategie voor de komende drie jaren wordt beschreven.+
Vergunningvereisten bijkantoor
De vergunningvereisten voor de uitoefening van het bedrijf van geldtransactiekantoor door middel van een bijkantoor in Caribisch Nederland zijn neergelegd in artikel 2:11 Wfm BES. Zij worden nader uitgewerkt in het Besluit financiële markten BES (Bfm BES).
Als belangrijkste vergunningvereisten met betrekking tot het bijkantoor noemen wij onder meer:
- Zetelvereiste: het geldtransactiekantoor moet haar zetel hebben in Curaçao, Sint Maarten, Nederland, Aruba, de Verenigde Staten van Amerika of Canada (artikel 3:1 Wfm BES juncto artikel 1:6 Regeling financiële markten BES);
- Een verklaring van de toezichthoudende instantie van de staat van zetel waaruit blijkt dat het geldtransactiekantoor in haar staat van zetel bevoegd is tot de uitoefening van de vergunningplichtige activiteiten, bedoeld in artikel 3:2 Wfm BES (artikel 2:2, onderdeel h, Bfm BES);
- Betrouwbaarheid en geschiktheid (artikel 3:4 en 3:5 Wfm BES);
- Integere en beheerste bedrijfsuitoefening (artikel 3:8 en 3:9 Wfm BES);
- Programma van werkzaamheden ( artikel 2:2 Bfm BES); en
- Doorzichtige zeggenschapsstructuurartikel 3:10 Wfm BES)
Vergunningvereisten vrije dienstverlening
De vergunningvereisten voor de uitoefening van het bedrijf van geldtransactiekantoor door middel van dienstverlening in Caribisch Nederland zijn neergelegd in artikel 2:11 Wfm BES. Zij worden nader uitgewerkt in de Bfm BES. Verwezen wordt naar de paragraaf ‘Vergunningvereisten Zetel’. Deze vereisten zijn dan slecht van toepassing met betrekking tot de activiteiten die het geldtransactiekantoor in of vanuit Caribisch Nederland verricht.
Daarnaast gelden nog de volgende vereisten:
- Zetelvereiste: de hoofdvestiging van het geldtransactiekantoor moet haar zetel hebben in Curaçao, Sint Maarten, Nederland, Aruba, de Verenigde Staten van Amerika of Canada (artikel 3:1 Wfm BES juncto artikel 1:6 Regeling financiële markten BES);
- Het geldtransactiekantoor moet een verklaring van de toezichthoudende instantie van de staat van zetel overleggen waaruit blijkt dat het geldtransactiekantoor in haar staat van zetel bevoegd is tot de uitoefening van de vergunningplichtige activiteiten, bedoeld in artikel 3:2 Wfm BES (artikel 2:2,onderdeel h, Bfm BES).
Vergunningprocedure
De vergunningaanvraag moet door middel van een Aanvraagformulier geldtransactiekantoor worden ingediend. Er bestaan drie soorten formulieren:
- Aanvraagformulier vergunning geldtransactiekantoor met zetel in Caribisch Nederland
- Aanvraagformulier vergunning geldtransactiekantoor met bijkantoor in Caribisch Nederland
- Aanvraagformulier vergunning geldtransactiekantoor voor dienstverrichting naar Caribisch Nederland
- Vragenlijst benoeming CN
Het aanvraagformulier inclusief alle gevraagde bescheiden kunt u indienen bij:
De Nederlandsche Bank NV
T.a.v. Toezicht expertisecentrum markttoegang
Postbus 98
1000 AB Amsterdam
Nederland
en u mag ook mailen.
Termijn
DNB beoordeelt binnen dertien weken na ontvangst van een complete vergunningaanvraag. DNB kan besluiten een vergunningaanvraag niet in behandeling te nemen indien onder andere de aanvrager niet alle voor de aanvraag benodigde gegevens en bescheiden heeft toegezonden.
DNB neemt uitsluitend vergunningaanvragen in behandeling die compleet zijn. Hiervan is in ieder geval sprake als de aanvraag ziet op alle vergunningvereisten. Het is DNB overigens toegestaan om ter aanvulling op de vergunningaanvraag aanvullende gegevens en/of informatie op te vragen. De termijn waarop DNB beslist, wordt op dat moment opgeschort.
Leges
Per 1 juli 2012 bedragen de leges voor het in behandeling nemen van een vergunningaanvraag van een geldtransactiekantoor met zetel in Caribisch Nederland USD 2.000.
De leges voor de behandeling van een vergunningaanvraag van een geldtransactiekantoor met een zetel in het buitenland bedragen: USD 1.000.
Vanaf 1 januari 2013 moeten vergunninghoudende geldtransactiekantoren ook een bijdrage betalen voor het doorlopend toezicht. De hoogte van deze leges zijn te vinden in bijlage 2 van de Regeling financiële markten BES 2012.
Formulieren
• Aanvraagformulier vergunning geldtransactiekantoor met zetel in Caribisch Nederland
• Aanvraagformulier vergunning geldtransactiekantoor bijkantoor in Caribisch Nederland;
• Aanvraagformulier vergunning geldtransactiekantoor dienstverrichting naar Caribisch Nederland; en
• Vragenlijst benoemining CN
Vragen
Uw vragen voorzien van een duidelijke eigen analyse kunt u mailen.
- Downloads
-
- Regeling AFM en DNB nadere voorschriften Wfm BES en Wwft BES 2012
- Beleidsregel AFM en DNB toepassing en uitvoering Wfm BES en Wwft BES 2012
- Besluit aanwijzing toezichthouders DNB voor Caribisch Nederland
- Wet financiële markten BES 2011
- Wet financiële markten BES 2011, Memorie van toelichting
- Besluit financiële markten BES 2012
- Regeling financiële markten BES 2012
- Wfm BES - MINREG Rfm BES 2012
- Wwft BES - MINREG Rwft BES